10 van de 17508 eilanden gehad

Back to Bali

Na 5 nachten op mijn heerlijke bed, het bovenste bed in een stapelbed nota bene, was het weer tijd om de boot terug naar Bali te pakken. Waarom ik specifiek noem dat in bovenin een stapelbed lag? Omdat ik daar normaal een pesthekel aan heb. Elke backpacker weet dat ‘bottom bunk’ superieur is aan ‘top bunk’. De redenen zijn meervoud: 1) onderop kun je makkelijk bij je spullen 2) je hoeft niet elke keer zo’n vervelend klotetrapje op te klimmen 3) je bed schudt niet als een schip als je beweegt in je slaap. Persoonlijk zou ik geen enkele backpacker vertrouwen die in de top bunk’ wil liggen. Maar dat terzijde, ik regelde via mijn hostel een boot en taxi naar de volgende bestemming: Ubud. De bootmaatschappij was er echter heilig van overtuigd dat ik extra moest dokken voor mijn transfer. Niet de eerste, vast niet de laatste keer dat er geprobeerd wordt om extra geld af te troggelen. Gewoon poot stijf houden en blijven herhalen dat je al betaald hebt.

Volgens de Lonely Planet die ik van een huisgenoot heb geleend is Ubud ‘het andere Bali’. Spiritueel en authentiek na het toeristische zuiden. Dan vraag ik me toch af wanneer die reisgids is geschreven, want Ubud zit compleet vol met hipsters. Knotjes en baarden sieren de straten; het lijkt wel de Twijnstraat in Utrecht anno 2014. Ik eindigde dan ook in een of ander veganrestaurant met een zeewierwrap maar die smaakte best prima. ’S Avonds ging ik wel weer voor het Indonesisch eten en maakte voor het eerst een foto van mijn eten! Al die hipsters hadden invloed op mij, hoewel die baard nog steeds niet wil komen. Zie hieronder de nasi campur die ik at. Ben nog 2 keer teruggegaan naar deze warung, want Het eten daar was belachelijk lekker. Ondanks de hipsters is Ubud de eerste Indonesische stad die ik bezocht heb die daadwerkelijk mooi is om te fotograferen. Zoals ik de vorige blog al schreef is Bali echt een stuk mooier dan Java.

Ubud

Na het scooteravontuur op Nusa Penida was ik klaar om in Ubud ook een scooter te huren. Het werd me echter door meerdere mensen afgeraden: het verkeer is vrij druk en het komt nog wel eens voor dat toeristen zonder internationaal rijbewijs een flinke boete krijgen. Het enige ‘rijbewijs’ wat ik heb is mijn verkeersdiploma van groep 5 dus dat wilde ik niet resteren. Gelukkig vond ik via Facebook een tijdelijke reisgenoot met wie ik twee dagen optrok rond Ubud en een chauffeur mee huurde. Samen bezochten we rijstvelden en plantages, en een tempel zo’n anderhalf uur ten noorden van Ubud waar ik pas later achterkwam dat het de tempel was van de omslagfoto van mijn blog maar waarvan ik nog steeds niet weet wat de naam is, nog een aantal andere tempels, de lokale markten, monkey forest en het koninklijk paleis.

Laat me je vertellen over de eerste keer dat ik carnaval vierde, zo even tussendoor. Paar jaar terug in Tilburg met vrienden uit Rotterdam, het kan 3 jaar geleden zijn maar ook 6 werkelijk waar geen idee. Ik herinner me nog dat ik een shot rum nam – we waren verkleed als piraten – vlak voordat we de stad ingingen. Daarna werd ik wakker op een muf matras; daartussen herinner ik me niks meer. Of het leuk was kan ik dus niet zeggen, maar ik zwoer nooit meer carnaval te vieren. Waarom besloot ik dan in vredesnaam om met een stuk of 25 Nederlanders in een villa in Ubud carnaval te vieren? Het leek een goed idee, maar omdat ik zo ver Ubud uit was die dag kwam ik een kleine 4 uur te laat op het feest. Iedereen was al goed dronken en het was al vanaf het begin duidelijk dat ik dit onmogelijk kon inhalen. Om de een of andere reden vonden ze dat ik op Freek Vonk leek maar ik zie zelf de gelijkenis niet. Het was in ieder geval een grappig feestje, maar dit is echt de laatste keer dat ik carnaval vier hoor.

De laatste dag in Ubud deed ik iets wat op mijn te doen-lijstje stond voor Indonesië: een kookles! De meesten die dit lezen zullen wel weten dat ik ontzettend veel van koken houd, en dan vooral Indonesisch eten. We leerden over de verschillende ingrediënten van de Balinese keuken (wisten jullie dat er 4 verschillende soorten gember zijn en dat die allemaal anders smaken?) en gingen daarna aan de slag met de 5 gerechten van die dag: pepes Ikan (in bananenblad gestoomde makreel), viscurry, rudjak (zoet-zure salade waar zo’n 3 rode pepers doorheen gingen…), atjar en iets met spinazie waar ik de naam van ben vergeten. Rijsttafel bij mij thuis als ik weer op Zevenwouden ben. Na de kookles wilde ik door naar de volgende locatie, maar blijkbaar is het onmogelijk om na 13 uur vervoer te regelen voor een normale prijs: alle bussen en boten zijn al vertrokken. Ik zat dus vast in Ubud, oeps. Die extra middag heb ik besteed aan mijn blog en het uitzoeken van de volgende locatie. Ik twijfelde of ik naar Munduk in het noorden van Bali zou gaan om daar de natuur te bekijken, maar besloot uiteindelijk toch dat het tijd was om door te gaan naar het volgende eiland. Lombok here I come!

Gili hier Gili daar Gili overal

Oke, ik ging niet direct naar Lombok. Naast Lombok liggen namelijk drie kleine eilanden, Gili Trawangan, Gili Meno en Gili Air. De boottocht naar deze eilanden duurde ongeveer anderhalf uur. De boot zag er totaal niet veilig uit, en vlak voor vertrek zo het ik even de maatschappij op die ons zou vervoeren op google. 1.4 sterren, lekker dan. Maar zoals jullie zien heb ik het overleefd. Op de boot ontmoette ik Eva uit Utrecht met wie ik afsprak om samen een stuk samen te reizen op Lombok. Zij ging naar Gili Air, ik eerst naar Gili T. Air en Meno zijn de rustige eilanden en Gili T is meer toeristisch. Op T huurde ik een fiets, lekker Nederlands, om het eiland over te gaan en de stranden te bekijken. Hier kocht ik EINDELIJK mijn haaientandketting, die wilde ik al een tijdje hebben. Overal op het eiland worden langs het strand resorts gebouwd. Dat is jammer voor de natuur, maar ik moet niet schijnheilig doen want ik ben zelf ook onderdeel van het probleem. ’S Avonds veranderd het eiland, althans de boulevard, in een grote feestgebeuren. Wel leuk voor een avond. Daarna ben ik doorgegaan naar Gili Air, waar ik in een of andere vage open bamboehut sliep onder een kapotte klamboe. Extra DEET die nacht dus. De stranden op Air zijn wel een stuk mooier dan op T!

Al die tijd op de Gili’s lag Lombok als een soort mysterieuze plek een eind verderop, vaak omgeven door mist. Na drie dagen Gili’s was het tijd om er naartoe te gaan. Eva had een boot geregeld via een Nieuw-Zeelander die ons direct naar ons volgende hostel kon brengen. Ideaal dus. Uiteindelijk zijn we hier wel vijf dagen gebleven. Het hostel zelf lag in de middle of nowhere, maar samen met een van de hostelmedewerkers, Opik, gingen we regelmatig op de scooter op avontuur. Gelijk op dag 1 bezochten we de grote moskee van Mataram en de monkey forest van Lombok (eigenlijk gewoon een snelweg waarlangs apen zitten). Hier kreeg ik ruzie met een aap! We voerden ze pinda’s en toen die opwarmen gaf ik een van de apen een stuk schil. Kon hij niet waarderen en ik moet het bekopen met een flinke mep. Ook aten we die dag vis bij een warung. Eva kwam in haar vis een penis tegen, ik niet in mijn vis. Ik hoop vanuit het diepst van mijn hart dat ik een vrouwtjesvis op mijn bord had.

Een van de dingen die ik echt wilde doen op Lombok was het beklimmen van de Rinjani-vulkaan. 3 dagen en 2 nachten door de natuur van Lombok. De top was nog niet open, dus konden we alleen naar de kraterrand en dat zou 2 dagen en 1 nacht duren. Teken ik ook voor. Jammer genoeg waren er op de dag van vertrek twee problemen: het regende kei- maar dan ook echt keihard en ik kreeg na het vijf weken lang vermeden te hebben dan toch de beruchte Bali Belly. Voor degenen die niet weten wat dat is, zoek maar op want ik wil niet in detail treden. Het was niet prettig in ieder geval. Zelfs nu ik dit schrijf heb ik er nog last van. Maargoed, uiteindelijk besloten we de dag daarna niet de berg op te gaan en terug te gaan naar het hostel. Als goedmaker gingen we later naar de zuidelijke Gili-eilanden. Deze zijn een stuk minder bekend en ook een stuk mooier! De lokale kinderen haalden een boot voor ons op en daarin voeren we naar 2 eilanden om daar te snorkelen. We zagen veel verschillende soorten vissen, zeesterren en zelfs grote zwarte zee-egels. Daar zou ik niet graag op willen staan. Toen ik doorhad dat de lokale kinderen mij naderen toen ik borstcrawl begon te zwemmen tijdens het snorkelen heb ik ze ook gelijk een lesje wedstrijdzwemmen gegeven. Marleen, schrijf me voor volgend jaar maar in bij de trainerscommissie.

Kuta

De laatste dagen heb ik doorgebracht in het zuiden van Lombok in Kuta. Huh, daar was je toch al geweest? Ja, Kuta op Bali. Heel verwarrend dat deze twee dorpen dezelfde naam hebben. Maar naast dat ze alle twee aan het strand liggen zijn het voor de rest twee totaal verschillende plekken. Kuta Bali was heel toeristisch, hier is het net zoals op heel Lombok veel minder toeristisch. Het toerisme gaat ook hier komen, want ook hier wordt er overal gebouwd aan hotels en resorts. Ook worden er nieuwe wegen gebouwd naar de toeristische plekken om de omgeving toe, maar die zijn vaak nog niet klaar. Regelmatig zit je lekker op je scooter te brommen op een nieuwe snelweg en twee seconden later hobbel je over een onverharde weg vol gaten. Maar dat mag de pret niet drukken. Twee noemenswaardige dingen zijn hier tot nu toe gebeurd, voor de rest heb ik hier gewoon gechild.

Noemenswaardig ding 1: ik bezocht een vleermuizengrot. Dit was leuk totdat ik vroeg aan de gids wat dat hele fijne poeder was waarin ik steeds tot op mijn enkels wegzakte. Ik dacht het al te weten maar wilde de waarheid misschien niet erkennen. Ik denk dat jullie thuis wel kunnen raden wat het was. Noemenswaardig ding 2: ik kwam alweer Willemijn en Christine kregen. We stalken elkaar blijkbaar door heel Indonesië. Met zijn drieën bekeken we vanaf een verlaten klif de zonsondergang. In de verte kwam er een rare wolk aandrijven. Net toen ik zei ‘volgens mij is dat geen mist’ begon het te regenen. Minder it. Lekker glibberend van een donkere berg af zien te komen op flipflops, echt mijn nieuwe hobby.

Morgen pakken we een busje naar het oosten van Lombok. We gaan namelijk op avontuur. 4 dagen en 3 nachten zullen we op een boot langs de kust van Sumbawa naar Flores varen. Ondertussen stoppen we op verschillende eilanden om daar vanalles te doen, maar daar horen jullie in de volgende blog natuurlijk meer over. Tipje van de sluier: onder andere Komodo-eiland zullen we bezoeken. Heel veel zin in! Zoals in de titel staat heb ik nu 10 eilanden gehad, maar dat zullen er na deze boottocht vast een stuk meer zijn. Ik hou jullie op de hoogte.

3 Replies to “10 van de 17508 eilanden gehad

  1. Je mag bij ons ook komen koken, lijkt mij wel lekker. Maar dan wel met minder pepers erin!
    Weer prachtige foto’s.

  2. Weer een mooie blog Thijs. En inderdaad, ben heel nieuwsgierig naar wat je allemaal hebt leren koken. Ben benieuwd naar je avonturen met de bootreis naar Flores.

  3. Superleuk Thijs! Echt cool om die soort van expeditie Robinson eilanden in het echt te zien 🙂 Het klinkt alsof je het naar je zin hebt 😀

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *