Bruut onderbroken

Het was al donker toen we aankwamen in Bajawa. Het was geen fijne aankomst. De hele dag had ik sporadisch internet gehad dus ik had wel wat meegekregen van wat er in de wereld allemaal gebeurde, maar dat het zo snel zou gaan had niemand kunnen verwachten.

Achterin de pick-up truck, zo’n 3 seconden voordat het ging stortregenen

Corona

Het was al sinds het begin van mijn reis een soort grapje geweest. Toen ik op 24 januari vertrok appte een oude studievriend nog dat ik niet het Wuhan-virus moest krijgen. Ik appte terug dat ik ging voor de malaria en gele koorts. Mijn verblijf in Jakarta viel precies samen met het Chinese nieuwjaar, waardoor veel Chinezen aan het reizen waren. Er waren toen wel wat nieuwsberichten over dat het virus zich daardoor snel kon verspreiden, maar echte zorgen waren er nog niet.

Pas toen ik in Kuta op Bali was in de tweede week van februari kwam corona meer in het nieuws. We bleven grapjes maken, maar je zag ook steeds meer dat backpackers die in China waren geweest een beetje gewantrouwd werden. Heel even dan, want het zou toch allemaal wel meevallen? Het bleef dan ook heel lang nog op de achtergrond. In Ubud merkten Frederica en ik dat we nergens meer handreinigingsmiddel konden kopen. De link met corona hadden we nog niet gelegd, we dachten dat ze het niet wilden verkopen aan bule’s.

Toen Eva en ik naar de Gili’s gingen werd op de haven van Lombok onze temperatuur gescand met een soort laser-apparaat. Dat vonden we grappig, maar er begon langzaam iets te dagen dat we hier met iets serieus te maken hadden. Dat was echter snel vergeten na de feestjes op Gili T en de natuur (en buiktyfus…) op Lombok. Toen we de boot naar Flores pakten kregen we weer een laserscanner op onze voorhoofd en leek het op een nieuwe voorzorgsmaatregel. Gewoon iets nieuws waar we nu mee moesten omgaan. En weer vergaten we corona volledig in de vier dagen dat we op zee waren. We hadden dan ook nauwelijks internet.

Op Flores kregen we weer nieuws binnen. Europa ging in lockdown. We lachten, wat een overdreven reactie! We werden dan ook niet gescand toen we aankwamen in de haven, maar tijdens die lange warme hostelnachten begonnen er geruchten rond te gaan: backpackers in Thailand worden opgepakt, In Maleisië worden ze onvrijwillig in quarantaine gestopt, De Filipijnen gaan helemaal op slot. Het begon spannend te worden en het gevoel dat alles goed zou komen begon langzaam te verdwijnen. Maar in Indonesië was volgens de berichtgeving nog nauwelijks corona, en we dachten er nog niet over om te vertrekken. We leken hier veiliger te zijn dan in Europa, dat sowieso.

Naar Bali

Ik twijfelde dan ook niet om door te reizen op Flores. Na Labuan Bajo had ik nog een ruime week voordat mijn visum afliep. Dan zou ik het land uit moeten en mijn plan was om naar Kuala Lumpur te gaan voor een visumrun (+ nog een aantal weken Maleisië en Singapore). Dat leek met de dag moeilijker te gaan worden, maar er was vast wel wat aan te passen aan het plan. Zorgen voor morgen.

In Ruteng zat ik naast iemand in de homestay die knallende ruzie had aan de telefoon. Degene aan de andere kant wilde dat ze direct naar huis zouden komen. Het was steeds moeilijker om bij onze overtuiging te blijven dat wij hier wel veilig zaten. Op allerlei facebookgroepen en whatsappgroepen hoorde je steeds meer dan mensen naar huis vertrokken. Toch wilde ik door naar Bajawa. Ik wilde nog niet echt geloven dat er een eind kon komen mijn avontuur. Achterin die pick-up truck midden in de jungle sprak in nog met de twee andere toeristen. Zij zouden sowieso in Indonesië blijven. Ik was weer overtuigd dat het kon, ookal kreeg ik inmiddels ook steeds meer appjes dat ik zo snel mogelijk naar huis moest komen. Het leek steeds meer een mogelijkheid dat ik vast zou komen te zitten in Indonesië.

Die avond in Bajawa besloot ik om de volgende ochtend een beslissing te maken over hoe het allemaal verder moest. Twee seconden nadat ik wakker werd, besloot ik om in ieder geval naar een internationaal vliegveld te gaan. Dan kon ik nog snel weg als ook in Indonesië de pleuris uitbrak. Met de bus terug naar Labuan Bajo was geen optie: dat duurde meer dan 12 uur. Ik regelde een taxi naar het lokale vliegveld en vloog diezelfde ochtend naar Komodo Airport. Vanaf daar kon ik na 6 uur weer doorvliegen naar Ngura Rai op Bali. In de vertrekhal keek ik al welke mogelijkheden ik had om naar huis te vliegen. Het ging nu snel, iedereen die ik kende wilde naar huis.

Ik zag dat ik mijn vlucht gratis kon omboeken naar een directe vlucht op donderdag, 3 dagen later. Ik besloot na even tobben deze te boeken, maar de vlucht zat toen al vol. Ik kon wel een andere vlucht boeken voor 16 euro met een tussenstop op Kuala Lumpur. Deze boekte ik direct. Mijn ticket naar huis leek voorlopig veilig.

Ik verbleef de drie dagen daarna weer in Kuta. Ik probeerde nog te genieten van mijn laatste dagen in Indonesië, maar het lukte minder goed dan eerst. Ik ben die laatste dagen nog wel gaan surfen, heb een massage genomen, heb heel lekker gegeten, nieuwe mensen leren kennen en tenslotte nog mijn laatste armbandje gekocht. De sfeer was echter heel vreemd. Het hostel werd met de dag rustiger, de stranden waren leeg en de uitgaanssfeer was weg. Het enige gespreksonderwerp was ‘hoe kom ik naar huis’? Waar er eerst hordes aan toeristen rondliepen, was ik nu weer een van de weinige bule’s.

Die laatste drie dagen waren spannend. Het leek wel alsof de hele wereld aan het instorten was.

Naar huis

Om de zoveel tijd het nieuws checken. Dat land gaat in lockdown, dat land sluit de grenzen. En iedereen die ik kende ging naar huis. In de groepsapp van de boottocht vertelden mensen over hun vluchten die geannuleerd werden en over dat ze inmiddels vast zaten in Australië en Canada; een aansluitende vlucht hadden ze nog niet. Ticketprijzen liepen op tot wel 1600 euro. En ondertussen ging de geruchtenmachine maar door. Tussenstops waren niet meer mogelijk, zelfs EU-inwoners mochten Europa niet meer in.

Voor mij waren er twee spannendheden. Eén, mijn kamer was nog in onderhuur voor de komende zes weken. Gelukkig was de onderhuurder zo vriendelijk om toch weer naar zijn ouders te gaan. Omdat we nog niet wisten hoe gevaarlijk corona was, wilde ik geen enkel risico nemen om mijn ouders te besmetten. Twee, mijn vlucht had een tussenstop op Kuala Lumpur. De geruchtenmachine was er van overtuigd dat overstappen daar niet meer mogelijk was en dat iedereen die daar aankwam onvrijwillig in quarantaine gestopt werd. Ik moest het er maar op wagen, want mijn visum liep af.

De ochtend van vertrek was stressvol. De taxichauffeur wilde dubbel betaald worden voor het korte ritje. Hij was ook bang, want zijn hele inkomstenbron viel weg. Maar hij snapte gelukkig wel dat ik weg wilde. Op het vliegveld viel de ene na de andere vlucht uit. Die van mij bleef op de borden staan en vertrok gelukkig nog wel. Indonesië lag achter mij, maar Kuala Lumpur en mogelijke quarantaine voor mij. Hoewel hier een militair met een mitrailleur naar mij toekwam om te vragen waar ik naartoe ging, mocht ik gelukkig wel door naar de gate. En weer viel de ene na de andere vlucht uit. Ik mocht nog boarden maar de stress bleef. Pas toen het vliegtuig opsteeg kon ik gerust ademhalen: ik was echt onderweg naar huis.

Thuis

Toen we eenmaal in de lucht waren kon ik voor het eerst sinds 3 dagen weer echt opgelucht ademhalen. De gedachte dat we niet zouden mogen landen op Schiphol kwam nog even voorbij, maar dat leek mij zo absurd dat ik dat onmogelijk achtte. Nederland had toen nog geen strenge quarantaineregels. Ik had nog gebeld met de GGD om dat te bevestigen (ja, dat was nog een hele klus vanuit Indonesië – eigenlijk wist niemand in dat stadium wat er allemaal aan de hand was).

En al die spanning mondde uiteindelijk uit in… verveling. Want tja, een intercontinentale vlucht blijft uiteindelijk retesaai. Ik vermaakte me nog wel met de 80’s playlist van de KLM en keek Forest Gump. Tot mijn irritatie kwam ik erachter dat de terugreis twee uur langer duurde dan de heenreis. Iets met de draaiing van de Aarde of luchtstromen.

En na ruim 13 uur landde het vliegtuig op Schiphol. Ik was inmiddels een goede dag onderweg: 3 uur van tevoren op Ngurah Rai, 3 uur vliegen van Bali naar Kuala Lumpur, een overstap van 4,5 uur en dus 13 in plaats van 11 uur naar Amsterdam. Geslapen had ik nauwelijks, toch begon de dag alweer. Het was half zes ‘s ochtends. Ik was blij en opgelucht dat ik weer in Nederland was, maar ook intens verdrietig. Het voelde alsof er iets van mij afgepakt was, vooral nadat ik van Flores weg moest.

De zonsopgang bekeek ik vanuit de trein. Net wat minder spectaculair dan vanuit de Borobudur. Het was grijs en vooral heel koud zo zonder jas. Net na 7 uur ‘s ochtends was ik thuis. Ik dropte mijn backpack op mijn kamer, plofte op de bank in de woonkamer en trok een biertje open. Die had ik wel verdiend. Slaap? Dat is voor de zwakken. Ik at ook een tosti en appte een foto naar Willemijn. Tosti’s keken we het meest naar uit als we terugkwamen.

Zelfs nu, bijna 2 jaar later, vind ik het pijnlijk om naar de foto’s van de laatste dagen te kijken. Maar een ding is zeker:

Indonesië, ik kom terug!

One Reply to “Bruut onderbroken”

  1. Ik las deze blogpost al een poosje geleden in jet fotoalbum en realiseerde me toen pas dat je ons destijds niet alles hebt verteld om ons niet al te ongerust te maken. Wat een onzekere en enge laatste week zal dat geweest zijn. Je blog (en je reis) heeft een zeer indrukwekkend einde gekregen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *