Groetjes uit de toekomst

Disclaimertje: ik edit deze blog op mijn telefoon, maar op een computer kunnen sommige afbeeldingen afgesneden zijn. Je kan op de afbeelding klikken om te vergroten.

Ik moet even toegeven: dat opscheppen over dat de vlucht wel mee zou vallen was vooral om mezelf gerust te stellen. Ik denk dat veel mensen wel weten dat ik OVERAL in slaap kan vallen, behalve als het echt moet zoals in een vliegtuig of een lange busreis. Ik ben dan ook positief verrast dat ik minstens 6 uur geslapen heb! Wel veel wakker tussendoor, maar slaap is slaap.

Eenmaal aangekomen in Bangkok kwam ik meteen een bekende tegen: mijn collega Dennis en zijn vrouw. We zaten op dezelfde vlucht en kwamen elkaar tegen bij de bagageband. Het is een kleine wereld (en de vliegtickets bij EVA Air zijn nou eenmaal het goedkoopst). Ook zij gaan een hele tijd door Thailand heenreizen, supertof!

Bizzy Bangkok

Gelijk maar ff de backpackmodus aanzwengelen. Thuis heb ik altijd zoiets van ik chill het liefste met mensen die ik al ken, maar dat is wel lastig een continent verderop. Ik sprak twee meiden met een backpack aan om te kijken of zij ook een beetje dezelfde kant uit gingen zodat we een taxi konden delen. We besloten de airportbus te zoeken en ondertussen verzamelden we zo’n beetje alle backpackers op het vliegveld. Veel mensen die voor de eerste keer gaan backpacken, ik had het niet gedurft om dat in Azië te doen. Na wat speurwerk stapten we in de airportshuttle op weg naar het eerste hostel. Ik had het mezelf makkelijk gemaakt en koos voor een hostel waar vooral Nederlanders zitten, om even een rustiger begin van de reis te hebben. Gevolg was dat ik de eerste anderhalve week vooral met Nederlanders op stap ging!

Bangkok is een enorme stad. Er wonen bijna net zoveel mensen als in heel Nederland! Bangkok is gelukkig niet zo druk en overweldigend als Jakarta. Daar had ik echt even cultuurshok, hier viel het behoorlijk mee. Onderbewust vergelijk ik Thailand veel met Indonesië. Dat moet ik natuurlijk niet doen, want je kan Roemenië ook niet vergelijken met België (tot op zekere hoogte). Maar het is leuk om de verschillen en overeenkomsten te zien.

Ik ben in totaal drie dagen in Bangkok geweest waarin ik een hoop gezien en gedaan heb. Het meest bijzondere vond ik de tempels (hoewel ze inmiddels na 2 weken in Thailand een beetje op elkaar beginnen te lijken). Hier ben ik gezegend, denk ik, door een monnik. Dat maakt drie – ik ben immers ook gezegend door een imam en de paus. Ook hebben we een fietstocht door Chinatown en omstreken gemaakt. Bijna iedereen daar was, zoals te verwachten, Nederlands.

Ook zijn we een aantal keer op Khao San Road geweest. Dat is een bizarre mix van fascinerend, leuk en walgelijk. De muziek staat bij sommige tenten zo t-hard dat je oordoppen nodig hebt om er alleen maar langs te lopen zonder gehoorschade. Ondertussen word je van alle kanten aangevallen om ergens binnen te komen voor gratis shots, krijg je om de 5 meter een gefrituurde schorpioen of tarantula in je gezicht gedouwd en moet je straatverkopers met armbandjes met de raarste teksten omzeilen.

Chill Chiang Mai

Na wat voelde als vakantie in Bangkok was het dan eindelijk tijd om echt aan het reizen te beginnen. De tweede stop: Chiang Mai, zo’n 700 kilometer ten noorden van Bangkok. De beste manier om daar te komen? Met nachttrein 9 of 13, die er alletwee zo’n 13 uur over doen.

We besloten nachttrein 13 te nemen. En weet je, deze nachttrein was best chill! Die van Krakau naar Praag was echt killing. Mijn theorie is dat omdat je in deze nachttrein evenwijdig ligt aan de trein in plaats van paralel. Ofzoiets. In ieder geval val je niet elke keer naar achter als de trein een beetje heen en weer schudt. Overigens ben ik, zoals je op onderstaande foto kan zien, al gezwicht voor de Elephant Pants. Ze zijn gewoon heel handig oké.

Chiang Mai is een stuk rustiger dan Bangkok. Wat ik zelf erg leuk vond om te zien, is dat de gebouwen en tempels hier een stuk ouder zijn dan die in Bangkok. Daar zijn ze vooral gebouwd in de 19e eeuw, terwijl in Chiang Mai ze uit de 14e tot 16e eeuw komen. De stijl van versieringen en afbeeldingen is daarom ook anders. Dat komt omdat Chiang Mai vroeger een van de belangrijkste steden was van het Lanna-koninkrijk, die de bloeitijd in de 15e eeuw had – gratis stukje geschiedenis voor jullie. Over geschiedenis gesproken, ik heb vlak voor vertrek in sneltreinvaart een boek gelezen over de geschiedenis van zuidoost-Azië. Zal jullie daar nog wel mee vervelen in de volgende blogs!

Een van mijn voornemens was om in elk land een kookcursus te doen. In Chiang Mai heb ik daarom kookcursus #1 afgestreept! ‘S ochtends gingen we naar de markt en daarna maakten we een rondje door de kruidentuin. Hierna hebben we een spring roll gevouwen, drie verschillende kruidenpasta’s gemaakt, en Pad Thai, curry en soep gemaakt. Stiekem vond ik mijn Pad Thai het lekkerste wat ik tot nu toe heb gegeten in Thailand. Het eten is lekker hier, maar heeft me tot nu toe niet weggeblazen (op de Panang Curry, Khao Soi en de pittige worstjes na). Het is ook minder pittig dan ik hoopte, maar ik denk dat ze de pittigheid aanpassen voor westerlingen.

Prachtig Pai

Pai is een klein dorpje in de bergen van noord-Thailand. Reisgidsen beschrijven het als een ‘hippiedorp waar je zomaar langer blijft dan je van plan was’. Deels waar. Ik heb een aantal hippies zien rondlopen, maar verder is Pai een zeer verwesterde backpackstop, waar het hoogtepunt tipsy tubing oftewel zuipen in een opblaasband op de lokale rivier is (nee, niet gedaan: ik ben 28 hallo). Ik had wel graag langer willen blijven, want er is in de omgeving genoeg te zien en de sfeer was ook goed.

Ik ben uiteindelijk wel na drie dagen weggegaan omdat de zogeheten ‘burning season’ echt aan het beginnen is. Lokale boeren steken hun oude gewassen in de fik om ruimte te maken voor de nieuwe oogst. Gevolg is dat heel Noord-Thailand onder een laag smog ligt. De vele uitzichtpunten in het gebied zijn daarom niet zo spectaculair als ze normaal gesproken zijn. Veel mensen raden dan ook af om naar Noord-Thailand te gaan, maar ik vond het toch wel wat hebben met al die rook. Ik ga nog genoeg mooie natuur zien, dus om zoiets mee te maken is ook wel bijzonder. Het geeft ook iets mysterieus aan het landschap, hoewel ik denk dat het echte burning season (maart en april) heel slecht voor de gezondheid is.

In Pai heb ik voor het eerst sinds Indonesië weer gescooterd. De verhuur wilde weten of ik daar een beetje ervaring mee had. Ja, antwoorde ik natuurlijk. Erg gênant daarom dat ik niet meer wist hoe je een scooter start. De verhuurder keek nogal sceptisch, maar het is goedgegaan! De helft van de backpackers loopt rond met dikke schaafwonden omdat ze eraf gevallen zijn – dat is een soort backpackersinitiatieritueel, maar gelukkig heb ik dat al gehad op Lombok. Het was weer even inkomen, maar ik heb veel mooie dingen gezien. Absoluut hoogtepunt waren de grotten ten noorden van Pai, waar vroeger mensen woonden maar nu vooral vleermuizen en piranha’s/haaien/gekke vissen.

Ook leuk om te vermelden: in Pai wordt het s nachts rond de 18 graden. Best koud!

Riant Chiang Rai

De vierde en voorlopig laatste stop van Thailand is Chiang Rai. Helaas gaan er alleen hele dure prive-taxi’s van Pai naar Chiang Rai, dus moest ik eerst weer terug naar Chiang Mai. Wat maakt die kleine omweg nou uit zou je zeggen? Nou, de weg tussen Pai en Chiang Mai is echt de meest verschrikkelijke weg die ik ooit gezien heb. Er zijn zo’n driehonderdachtenzestigmiljoen (en een beetje) haarspeldbochten. Ik ben nooit wagenziek, maar hier wel. Ik was dus niet zo blij dat ik 2x over die weg heen moest.

Na een extra nacht in Chiang Mai (ik was te laat voor de laatste bus) kwam ik na een busreis van 4 uur aan in Chiang Rai. Eerste indruk: minder toeristisch en ook gelijk een stuk viezer. In tegenstelling tot in Bangkok en Chiang Mai liggen hier wel hopen afval op straat. In de stad zelf is naast de nachtmarkt met veel eten niet zo bijster veel te doen; het wordt vooral gebruikt als tussenstop naar Laos. Ik wilde hier wel een aantal nachten blijven, omdat ik de omgeving wel het een en ander te zien is. Daarvoor boekte ik een dagtour.

Een van de dingen die op het programma stond was een bezoek aan een Karen-dorp. De Karen zijn een van de bergstammen in Noord-Thailand. Een subgroep van hen, de Kayen, hebben een gebruik dat de vrouwen van de stam ringen om hun nek doen, zodat hun sleutelbeen naar beneden wordt gedrukt en het lijkt alsof ze lange nekken hebben. Ik had gehoord dat de Kayen hun dorpen open stellen, omdat ze vanwege hun achtergestelde positie (ze hebben geen Thais paspoort) alleen inkomsten vanuit toerisme hebben. Maar volgens het museum over de bergstammen in Chiang Rai worden ze daarom ook ernstig uitgebuit en is de traditie slecht voor de gezondheid. Anderzijds beweerde het museum ook dat olifanten rijden wel ethisch is omdat de olifanten anders weer de jungle inmoeten waar ze niet kunnen overleven, dus ik weet niet wat ik moet geloven. Ik heb de compromis gemaakt om niet naar de olifanten te gaan, maar wel naar de bergstammen.

Na veel dezelfde tempels waren de zogenaamde Witte Tempel en Blauwe Tempel bijzonder om te zien, omdat deze tempels nieuw zijn (en nog niet af). Vooral de Witte Tempel maakt gebruik van moderne invloeden, zo zijn er beelden van Terminator en Iron Man te zien, en worden in de muurschilderingen afbeeldingen van Yoda, Navi’i (Avatar, die blauwe mensen niet The Last Airbender), Bush, 11 september, Minions en de Space Shuttle gebruikt. De afbeeldingen en beelden zijn nogal macaber, maar laten het lijden op aarde zien op weg naar Verlichting (Nirwana? Ik weet helaas nog niet heel veel over het Boedhhisme).

Ook reden we helemaal naar het noordelijkste dorp van Thailand: Mae Sai. Het reisadvies van Buitenlandse Zaken hier is oranje: alleen noodzakelijke reizen. Dat komt omdat aan de overkant van de rivier Myanmar ligt, waar momenteel een burgeroorlog heerst. Ik heb Myanmar dus wel van dichtbij gezien, maar ben er niet geweest. Myanmar is daarmee derde in een rijtje van landen die ik wel gezien heb, maar niet geweest ben – na het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Even verderop zagen we het drielandenpunt met Laos aan de Mekong, waar ik morgen naartoe ga. Overigens rijden ze in Myanmar aan de normale kant van de weg in plaats van links zoals in Thailand. Op de brug tussen de twee landen is het dan ook een pure chaos van kruisende auto’s.

De toekomst

Nu vraag je je misschien nog af, hoe zit dat met die groetjes uit de toekomst? Nou, blijkbaar gebruikt Thailand een andere jaartelling dan de Gregoriaanse telling. Het is hier al 2566 in plaats van 2023. Komt goed uit, heb altijd al de 60’s mee willen maken en nu hoef ik niet te wachten tot ik 70 ben.

Ik ben nu iets meer dan twee weken onderweg en heb het prima naar m’n zin. Het was niet eens weer wennen deze keer, maar gewoon gaan. Ik kijk uit naar de volgende paar weken, want dan ga ik (iets meer) van het gebaande pad af. Morgen vertrek ik voor twee dagen met de slowboot over de Mekong. Het noorden van Thailand kan van de lijst af, het zuiden volgt in augustus. Voor nu, op naar Laos!

9 Replies to “Groetjes uit de toekomst

  1. Wat een mooi verhaal alweer en prachtige foto’s! Al die gouden tempels zijn zo lelijk, al dat goud!. Maar die witte met al die handjes slaat alles. Ben benieuwd naar Laos.

  2. Superleuk om te lezen Thijs! Die witte tempel, wow 😮 En de uitzichten bij Pai en het eten dat je zelf gemaakt hebt zien er ook goed uit! Heel veel plezier in Laos. Groetjes uit het verleden 😉

  3. ❤️❤️❤️ voor je blije kop, je broek en de witte tempel! +++ ik kom als allereerste op bezoek in september om je nieuwe kookkunsten te proeven hoor! Liefs

  4. Wederom erg leuk geschreven, Thijs en mooie foto’s. Ben benieuwd naar je volgende blogs en foto’s van je reis.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *