Een gekke route is ook een route

Deze blog begint net zoals de vorige: ik zit in een wasserette te wachten tot mijn was klaar is. Deze keer in Georgetown, Maleisië. Vorige keer was het grootste probleem de plafondventilator die voor een stroboscooplicht zorgde, deze keer is het probleem een stukje irritanter. Ik ga jullie nog niet vertellen wat allemaal loos is. Dat heet een clifhanger. Ha, nu moeten jullie wel doorlezen!

Deze keer doe ik een iets kortere blog over alleen Maleisië, alweer land nummer 7 van de trip. Als mensen mij vragen waar ik allemaal geweest ben, moet ik inmiddels een heel rijtje opnoemen. Vaak is de volgende vraag hoe lang ik dan al op reis ben. Bijna vierenhalve maand alweer, op het moment van schrijven dan. Het gebeurt nog maar zelden dat ik iemand tegenkom die langer op reis is dan ik. En als je de hoeveelheid armbandjes om m’n pols ziet uit al die verschillende landen, weet je dat ik een echte veteraan ben (sarcasme, maak jullie geen zorgen).

Jammer genoeg ben ik er ook al twee verloren! Een uit Battambang (Cambodja) en een uit Hanoi (Vietnam)

Zo he, da’s koloniaal

Vanuit Singapore is het maar een kleine vier uur met de bus naar Malakka, wat mijn eerste stop in Maleisië zou worden. Ik had tot nu toe vooral gehoord dat Malakka leuk is voor een dagje en dat je het beste snel door kan gaan. Maar ik vond Malakka juist superleuk! Dat had ook veel te maken met het supergezellige hostel waar ik sliep. Uiteindelijk was 2,5 dag Malakka niet genoeg om alles te doen.

Wat Malakka zo leuk maakt? De superinteressante (koloniale) geschiedenis natuurlijk! Malakka ontstond rond 1400 als Islamitisch sultanaat aan de zeestraat die later haar naam (Straat van Malakka) zou dragen. Vanwege deze strategische locatie kwamen hier al snel handelaren uit India, China en Arabië om zaken te doen, waarmee Malakka uitgroeide tot de belangrijkste staat in de regio. Toen de Portugezen begin zestiende eeuw in de regio een kijkje kwamen nemen, zetten ze hun zinnen daarom al gauw op Malakka.

De Portugezen, die door de lokale bevolking ook wel witte Bengali’s werden genoemd, veroverden in 1511 Malakka en probeerden vanuit hier de specerijenhandel in Azië onder controle te krijgen. Dat ging ze redelijk af, totdat begin zeventiende eeuw de Nederlanders hetzelfde idee hadden. Uiteindelijk veroverden de Nederlanders in 1641 in samenwerking met de Sultan van Johor Malakka op de Portugezen. Dat was een slimme zet van de Sultan van Johor; aangezien de Nederlanders meer interesse hadden om Batavia (Jakarta) te ontwikkelen als handelshaven, stootte Johor Malakka van de troon als belangrijkste handelsplaats in de Straat van Malakka. The Art of The Deal noemen ze dat.

Desondanks hadden ook de Britten interesse in Malakka – eigenlijk in heel modern Maleisië. In 1824 kregen ze het eindelijk voor elkaar om Malakka te ruilen tegenover Benkoelen op Sumatra met de Nederlanders. De Britten bleven uiteindelijk tot 1957 de baas spelen op het vasteland van Malesië – het stuk Maleisië op Borneo hielden ze nog wat langer. Gevolg is dat je vier verschillende soorten historie tegenkomt in Malakka. Zo heb je het (gerestaureerde) paleis van de Sultans van Malakka, de Portugese kerk en poort (de oudste Europese bouwwerken in Azië), het Nederlandse stadhuisplein en de Britse toevoegingen alhier.

In Malakka heb ik veel musea bezocht om deze geschiedenis te bekijken. Een museum dat eruit sprong was het museum over de Chinese ontdekkingsreiziger Zheng He (1371-1433). Dit museum was ongetwijfeld met Chinees overheidsgeld opgezet, want man wat werd deze vent verheerlijkt. De mythe dat zijn boot 10× zo groot was als die van Columbus werd trots als feit gepresenteerd, en de nadruk lag vooral op dat Zheng He het zo goed voor had met de lokale bevolkingen. In praktijk waren de reizen deels bedoeld als imperiale veroveringstochten.

Lekker blijven plakken

Ik had verwacht eind maart 2020 in Kuala Lumpur te zijn. Helaas liep het toen allemaal anders dan verwacht. Deze keer is er gelukkig geen pandemie en heb ik ook geen mitrailleur in m’n gezicht gekregen. Al met al was dit dus een beter bezoek dan de vorige keer.

Kuala Lumpur is net als Singapore een moderne stad. De wolkenkrabbers worden hier de grond uitgestapt en je reist met de metro overal naartoe. Ik vond de metro van Kuala Lumpur zelfs beter dan die van Singapore: in Singapore moest je vaak nog een heel stuk lopen nadat je de metro uitkwam. Overal waar je loopt in Kuala Lumpur zijn dingen te zien: van straatmarkten met veel nutteloze souvenirs tot mooie historische en nieuwe gebouwen. Ik heb, hoe kan het ook anders, een stukje van de ‘colonial heritage walk’ gelopen, om de historische gebouwen te bekijken.

Toch heb ik het idee dat ik in Kuala Lumpur niet heel veel bijzonders gezien heb. Het Nationaal Museum was zeker leuk om doorheen te gaan en om te leren over de geschiedenis van Maleisië – en ik kwam hier zelfs nog Marina en Marnic tegen van de boottocht in de Filippijnen – en de grote moskee was ook zeker een bezoekje waard (Ondanks de pogingen van de gids zijn we niet bekeerd tot de Islam). Maar toen ik in een van de bekendste attracties van Kuala Lumpur stond, het Hindu-tempelcomplex in de Batu Caves, was ik moe. Moe van alle indrukken, nieuwe mensen ontmoeten, constant naar nieuwe plekken doorreizen en het delen van een slaapzaal met 6/8/10 anderen. Ik stond op een van de heiligste Hindoeïstische plaatsen op aarde en ik verveelde me. En er waren ook nog eens van die kutapen. Ik haat die beesten.

Kutbeest

Daarom was het tijd om iets te doen wat sowieso al op de planning stond, maar waarvan ik verwacht had het later te doen. Ik heb 5 dagen lang in een airBnB gezeten op de 33e verdieping van een wolkenkrabber en heb helemaal niks gedaan. Of in ieder geval, ik heb het eerste seizoen van Better Call Saul gekeken op Netflix en ik heb supergoedkoop superveel eten besteld via Grab. En bovendien ben ik naar de Decathlon gegaan om een nieuwe zwemkit te kopen, aangezien ik een goed 50-meterbad had ontdekt in Chinatown (naast het hostel waar ik eerst zat, wat nu 30 minuten reizen was!). En dat was even helemaal prima, want soms moet je gewoon niks bijzonders doen.

Met frisse moed

Na de lange pauze had ik weer energie en bovendien zin om door te gaan naar de volgende locatie: de Cameron Highlands. Meer specifiek het dorpje Tanah Rata. Zoals het Highlands-gedeelte van de naam al doet vernoemen, ligt dit dorpje wat hoger in de bergen en kan het flink koud worden – voor Aziatische begrippen. Ik ben ‘s nachts 17 graden gewoon niet meer gewend oké. Het dorpje deed mij qua huizen gek genoeg ook denken aan Oostenrijk.

De Cameron Highlands zijn bekend om hun theevelden en aardbeienplantages. Toen we er naartoereden vroeg ik me af waarom ik hiernaartoe ging: ik hou niet van thee en ben allergisch voor aardbeien. Maar geen zorgen, ik heb me hier prima vermaakt hoor! De saté in het restaurantje aan de hoofdstraat maakte alles goed, en het was ook erg leuk om een dag een mooie wandeling door het bos en de theevelden te doen en een dag rond te scooteren in de omgeving. Hoogtepunt was de korte wandeling door Mossy Forest: een stukje jungle dat totaal overwoekerd is door planten en mossen.

Blauwe zee

Tot nu toe was de route door Maleisië redelijk logisch. Na de Cameron Highlands is het logisch om door te gaan naar Taman Negara in het midden van het land, maar ik besloot om eerst naar Pulau Perhentian aan de oostkust te gaan. Reden? Een oude bekende opzoeken! Activiteitencommissie Het Zinkstuk ’17-’18, mooie tijden mooie tijden.

Pulau Perhentian is typisch zo’n plek waar je 3 dagen voor plant maar uiteindelijk veel langer blijft. Zo’n beetje iedereen die ik sprak is wel uitgeschoten met het verblijf hier. Het is ook gewoon een superleuk eiland. Het enige wat hier echt te doen is, is duiken (en ‘s avonds een film kijken op het grote scherm in de bar) maar dat is genoeg. En ik was er klaar voor om na mijn gefaalde poging om weer te duiken in De Filippijnen het hier nog een keer te proberen. Spoilers: dat is gelukt!

De eerste dag heb ik een herhalingsduik gedaan om alle vaardigheden te oefenen. Masker schoonmaken onder water, regulator ‘kwijtraken’ en opnieuw vinden, luchttank delen etc. Ging prima, dus diezelfde dag heb ik nog een duik gemaakt en de dagen erna nog 4. Fantastisch! Ik schreef het drie jaar geleden al in een blog, maar de onderwaterwereld is zo bijzonder, en boven water zou je niet verwachten dat het onder water zoveel leven bevat. We zagen zeeschildpadden, enorme bultkoppapegaaivissen, murenes, schoolwimpelvissen en nog veel meer waarvan ik de naam niet weet, tussen supermooi en kleurrijk koraal. Aangezien ik geen pro-pro heb, moeten jullie me maar op m’n woord geloven.

Groene woud

Met pijn in mijn hart verliet ik toch echt na 4 dagen Pulau Perhentian. Ik had hier makkelijk nog een week kunnen duiken, maar langzaamaan begint het laatste hoofdstuk van m’n rondreis in zicht te komen en ik kwam erachter dat ik tijd tekort kom om alles te doen wat ik wil. Niet dat ik nu in de versnellingsmodus sta, maar ik ben wel iets meer de dagen aan het wegen. Daarom besloot ik op de volgende locatie de tijd efficiënt in te delen.

Na een busreis van weer behoorlijk wat uur kwam ik aan in het kleine dorpje Kuala Tahan, aan de rand van Taman Nagara: het oudste regenwoud ter wereld (120 miljoen jaar oud). Veel meer dan een paar straten is het dorpje niet, want de meeste mensen die hier komen vertrekken al snel de jungle in. Ik ook: een paar uur na aankomst liep ik in het pikkedonker door het oerwoud (naja, de rand ervan) op zoek naar vieze beesten die ‘s nachts tevoorschijn komen: spinnen, schorpioenen, insecten en kriebelige kruipers. En die hebben we gevonden!

Gelijk de dag erna ging ik weer de jungle in. Veel mensen doen hier een 2 of 3-daagse junglehike, maar ik had besloten om toch maar één dagje door de jungle te banjeren aangezien ik op Sumatra ook al de jungle in zou gaan. De gids omschreef de route daarom ook als ‘kindergarten trail’, maar potverdorie met de hitte en het stijgen en dalen was het zwaar. Ik heb nog nooit zoveel gezweet. Fun fact: wist je dat junglebijen aangetrokken zijn tot mensenzweet? Ik was blij dat we op een gegeven moment een waterval tegenkwamen, want ik was vrij dichtbij oververhitting.

De geografie is mij totaal onduidelijk

Laatste stop: Georgetown! Of Penang. Maar Penang is een provincie met zowel vasteland als eiland. Ze noemen het hier in ieder geval Penang. Of Penang Island. En daar ligt Georgetown dan weer. En als je daarnaartoe gaat boek je een bus naar Penang. En die stopt dan of op Penang Island of het vasteland Penang. In ieder geval niet in Georgetown. Ik snap er niks van.

Vanuit Taman Negara is er in ieder geval geen directe bus naar Penang: je gaat via de Cameron Highlands met een overnachting, of je kan via Kuala Lumpur dezelfde dag door. Zie je dat mijn route totaal onlogisch was? Als ik vanaf Perhentian was gekomen, had ik direct naar Georgetown kunnen gaan. Achja. Geluk bij een ongeluk, de vliegtickets vanuit Georgetown naar Sumatra zijn een stuk goedkoper dan die vanuit Kuala Lumpur naar Sumatra. Toch nog geld bespaard met deze gekke route.

Maar helaas voor mij besloot ik om de reis via Kuala Lumpur ook in twee dagen op te delen, omdat we vrij laat daar aankwamen. Snel een hostel geboekt en gaan avondeten. Toen ik terugkwam en m’n hoofd op het kussen legde, kroop er iets over m’n oor. Bedwantsen, kut. Die klotebeesten gaan overal inzitten en leggen hun eitjes, zodat je elke 6 weken opnieuw met ze opgescheept zit. De hosteleigenaar probeerde nog de schuld op mij te schuiven dat ik ze meegenomen zou hebben (je komt uit Taman Nagara dus je hebt ze meegenomen in de kleren die je aanhebt, je hebt pas om half 5 een hostel geboekt dus waarschijnlijk ben je ergens anders uitgekickt). Gelukkig gaf die lul wel m’n geld terug, maar de kans is groot dat in al m’n spullen bedwantseitjes zitten…

Daarom zit ik nu ook in de wasserette om al mijn spullen te wassen. En dan bedoel ik ook echt alles. Mijn backpack is in maanden niet zo schoon geweest. Ik hoop dat alle eitjes eruit zijn, maar dat weten we pas ergens in augustus. In de tussentijd dan maar genieten van Georgetown!

In Georgetown gaat het vooral om de streetart die je overal tegenkomt. Verder kan je net als in de hawker centers van Singapore hier superlekker eten. Daarnaast is het heel leuk om een rondje over het eiland te scooteren en op zoek te gaan naar leuke plekken. Verder kan ik niet zo heel veel interessants vertellen over Georgetown ben ik bang. Het was gewoon leuk om hier een paar dagen te verblijven, maar heel bijzonder vond ik het niet. Ik heb wel weer een dagje een zwembad opgezocht, met echt het goorste water waar ik ooit in gezwommen heb.

Zo he, dat was Maleisië alweer. Een fantastisch mooi en leuk land dat hoog op de ranglijst van m’n favoriete landen van deze trip staat. Hoe die er nu uitziet?

  1. Vietnam
  2. Laos
  3. Maleisië
  4. Singapore
  5. Thailand/Filippijnen (kan niet kiezen)
  6. Cambodja

Maleisië is duidelijk een slag rijker dan de andere landen van Zuidoost-Azië, op Singapore na dan. Je ziet dat in alles terug: de huizen, de wegen en hoe (over het algemeen) schoon alles is. Dat was na De Filippijnen wel even een verademing – ja ook ik begin een beetje een luxepaardje te worden. Wat ik vooral leuk vond in Maleisië, is dat ik een beetje de taal spreek. Het is toch leuker om in de taal van het land te vragen waar het postkantoor is, dan als een verwaande toerist gelijk in het Engels te beginnen. Er zijn wel wat verschillen met het Indonesisch, maar over het algemeen kon ik me verstaanbaar maken. En over Indonesië gesproken, drie keer raden waar ik als volgende naartoega!

7 Replies to “Een gekke route is ook een route

  1. Jeeeee superleuk om te lezen weer thijs!!! Wat doe je een hoop! En ik waardeer de geschiedenislessen, al ga in het gelijk weer vergeten. Het ziet er echt supermooi uit (bijna) allemaal. Ik hoop met je mee dat je geen bedwantsen hebt meegenomen. De foto’s kon ik met m’n crappy internet alleen in het klein bekijken, dus thuis moeten we maar eens op de beamer foto’s kijken. Wij hebben er 39.479, en jij? Veel plezier in Indonesië!

    1. Euhhh ik heb 10x minder foto’s denk ik 😅. En je krijgt gewoon een overhoring over alle geschiedenisfeitjes als je terug bent dus begin maar vast met leren

  2. En dan zijn er ook nog van die kutapen…….
    ik heb wel meer nare beestjes gezien op je foto’s. hahaha. De muurschilderingen in Georgetown zijn echt gaaf.
    Je reis is fantastisch. Van de wolkenkrabbers en dan weer zo de jungle in. Ik snap wel dat je een paar dagen in de airbnb ging zitten niksen.

    1. Die kriebelbeesten proberen in ieder geval niet je spullen te stelen… in Bukit Lawang heeft een aap m’n koekjes UIT MIJN TAS IN MIJN SLAAPKAMER gejat en ze vervolgens maar voor de helft opgegeten

  3. Ha die Thijs. Fijn om je blog weer te lezen en de foto’s te bekijken. En blijf maar ver weg van al die “enge beessies”.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *